Wildkamperen in de Schotse Hooglanden
Het zit er weer op. Twee turbulente vakantieweken zijn voorbij en wat hebben we genoten van het avontuur! Afgelopen meivakantie waren we naar Amerika, waar we alvast gesnoven hebben aan wildkamperen met een 4×4. Ditmaal togen wij met eigen auto naar het exotische Schotland, want 27 graden, om daar met een backpack de Schotse hooglanden te trotseren.
Trotseren is het juiste woord, aangezien ons elke dag wel een uitdaging te wachtend stond, variërend van midges tot aan poepluiers. Rijdend met de auto langs de North Coast 500 gingen we op zoek naar een parkeerplek om vanuit daar, met een backpack van 15 kilo en een babyrugzak van 21 kilo, parels van plaatsen in Schotland te ontdekken. En parels hebben we gevonden! Schotland is écht buitengewoon prachtig!
Eén van de mooiste en bijzonderste plekken waar we de tent hebben opgezet was bij Loch Maedi. Ongerepte natuur, een meertje om lekker in te zwemmen en de hooglanden om je heen alsof William Wallace a.k.a. Mel Gibson zo op zijn paard aan kan komen galopperen. Beetje jammer van de windmolens in de verte wel.
Op een goede tweede plek staat de Quiraing op Isle of Skye. Na een lange slingerweg met de auto de bergen in kwamen we aan op de parkeerplaats waarna de tocht te voet verder ging naar de top van de Trotternish Ridge. De weg naar de top was uitdagend met een backpack van 15 kilo, maar zeker de moeite waard. Kamperen in de wolken is een hele bijzondere ervaring en samen met de blatende echo’s van een honderdtal schapen op de achtergrond maakte het een mystiek, haast onheilspellend geheel. Overigens wist ik niet dat schapen zo goed konden bergklimmen. Of het waren bergschapen, dat kan ook.
Om de top 3 compleet te maken eindig ik bij Cairngorms National Park, waar we een hike van 6 km maakten en grootse rivieren moesten trotseren. Een prachtig uitgestrekt landschap met steeds veranderende flora trok aan ons voorbij. In het bos vonden we dichtbij de rivier een mooie open plek voor de tent, waar nog een vuurpit te vinden was van vorige kampeerders. De bosgrond was echter heel vochtig en het vuurtje ging uiteindelijk door valsspelen aan. Geen flint en steel, maar het gasbrandertje zorgde voor een rokerig vuurtje. Goed tegen midges. Verder ging Tijs hier los met zijn waterfilter en had Seb de grootste lol in de tent met de luchtbedden.
Verder hebben we om de unieke ervaring compleet te maken walvissen gespot (zó bijzonder!), de Hadrians wall bezocht en een berg beklommen.
Naast alle bijzondere en mooie dingen waren er natuurlijk ook tegenvallers. Zo was de hike naar Sandwood Bay loodzwaar en zijn we letterlijk opgegeten door de midges (minimuggen). 6 km op en neer en dan nog 2 km door rul zand. Ik kón niet meer. Elke spier in mijn benen en kont deed zeer. Daarnaast was de huid in mijn gezicht een groot kraterveld, want om de een of andere reden was het gebied rondom mijn ogen bij midges favoriet. Ook waren we met de bepakking naar de Stacks geklommen bij Duncansby Head (John o Groats) en hadden daar de tent opgezet. Rond 11 uur ‘s avonds begon het te onweren. Het hoogste punt daar was zeg maar onze tent en dus hebben we alles in een kwartier snel ingepakt en hebben de hele shebang beneden bij de vuurtoren weer opgezet. Ook was het kasteel dat we zouden bezoeken uiteraard gesloten en heeft Seb in ons opfrishotel de hele nacht alles bij elkaar gebruld. Over de tandenluiers zal ik het maar niet eens hebben ;).
Desalniettemin was de vakantie ronduit fantastisch en ga ik graag in mei een keer terug als de midges niet in wolken van duizend langs de westkust zoemen in de hooglanden. En wellicht dat ik dan de Haggis wél aandurf!